Broodsoep met burrata en ansjovis

Foto Cathy Van de Moortele

Niet alledaags, behoorlijk zuiders, goedkoop en het eten waard. Ik gooi niet graag brood weg. Laat het brood maar uitdrogen, er zijn tal van manieren om het te verwerken. Een deel van het brood laten we weken in de saus van tomaat, van de rest maken we knapperige croûtons die nadien over het gerecht strooien. De burrata maakt alles romig en extra, terwijl de ansjovis zorgt voor punch.

Wat hebben we nodig:

• 250 gr oud witbrood, in blokjes gesneden
• 60 ml olijfolie + extra
• Aleppo peper (pul biber)
• 2 teentjes knoflook, gepeld en in fijne plakjes gesneden
• enkele venkelzaadjes
• verse basilicumblaadjes, gescheurd + extra voor de afwerking
• 700 gr rijpe trostomaten, grof gesneden en daarna gemixt
• 200 gr rijpe kerstomaatjes, gehalveerd
• peper van de molen
• zout
• 1 burrata, uitgelekt en op kamertemperatuur
• witte ansjovisfileetjes, uitgelekt

Hoe gaan we te werk:

• Verwarm de oven voor op 180°C en zet een bakplaat klaar.
• Meng de helft van de broodblokjes met wat olijfolie en Aleppo peper.
• Verdeel de croûtons over de bakplaat en bak ze goudbruin in 10 min.
  
• Laat de croûtons uitlekken op keukenpapier.
• Warm de olijfolie op in een pan.
• Bak de plakjes look met de venkelzaadjes. Laat de look niet kleuren.
• Voeg de basilicum en de 2 tomatensoorten toe.
• Laat de soep 30 min rustig pruttelen op laag vuur.
• Zet de soep van het vuur. Mix de soep, maar zorg dat ze niet helemaal glad is, er mogen nog wel wat stukjes in zitten.
• Kruid de soep met peper en zout.
• Leg rest van de broodblokjes in de soep en laat die 10 min de sappen opzuigen.
• Schep de broodsoep in twee diepe borden en werk af met elk een have burrata, de gekruide croûtons en ansjovisfileetjes.
• Kruid met Aleppo peper en een drizzle olijfolie.

TIP:

Ciabatta of zuurdesembrood maakt het extra lekker, moest je dat in huis hebben.
Witte ansjovisfileetjes vind je in de supermarkt in de tapasafdeling.

Foto Cathy Van de Moortele