Spaghetti met preiroomsaus en krokant gebakken pancetta

Foto Cathy Van de Moortele

Toen we in Extremadura waren, kocht in verschillende stukken pancetta. Mijn laatste pakje is bijna op. Ik snij af wat ik nodig heb, trek de rest weer vacuüm en het blijft gewoon goed in de koelkast.
Warm pancetta altijd op in een koude pan. Het vet zal langzaam wegsmelten en het spek wordt lekker krokant zonder dat het gaat verbranden. Vergeet niet om eerst de zwoerd weg te snijden.
Wees zuinig met het zout in deze bereiding, want naast de pancetta gebruik je ook flink wat Parmezaanse kaas.

Wat hebben we nodig:

• verse pasta, op basis van 100 gr ei, 100 gr semola en 100 gr "00" pastabloem
• zout
• 100 gr pancetta, in fijne reepjes gesneden 
• 250 gr prei, gewassen en in halve maantjes gesneden
• peper van de molen
• thijm
• 300 ml slagroom
• 75 gr Parmezaanse kaas, geraspt + extra
• verse bieslook, fijngesnipperd

Hoe gaan we te werk:

• Maak de pasta volgens het gekende recept. Laat het deeg 30 min rusten in een ziploc zakje.
• Rol het deeg uit tot lasagnevellen. Ik hou een lengte van 30cm aan voor spaghetti.
• Verwerk de lasagnevellen tot spaghetti en laat die kort drogen op een horizontaal pastadroogrek.
• Zet een ruime pot met gezouten water op het fornuis en warm die alvast op.
• Doe de pancetta in een koude, diepe hapjespan.
• Laat de pancetta op temperatuur komen (medium warmte), zodat het vet gaat wegsmelten en het spek mooi krokant bakt.
• Schep het krokante spek uit de pan op een dubbel vel keukenpapier. 
• Doe de prei in de pan met het spekvet.
• Stoof de prei gaar.
• Kruid met peper, zout en thijm.
• Roer de slagroom door de prei.
• Kook de spaghetti ondertussen al dente.
• Voeg de beetgare spaghetti toe aan de hapjespan, samen met een pollepel pastakookvocht.
• Warm goed door.
• Neem de pan van het vuur en roer er de Parmezaanse kaas en 3/4 van de bieslook door.
• Verdeel de pasta over 2 diepe kommen en werk af met extra Parmezaanse kaas en bieslook.

TIP:

Snij het donkerste gedeelte van de prei weg. Gebruik enkel het lichtgroene en witte deel.

Foto Cathy Van de Moortele