Samosa
 |
| Foto Cathy Van de Moortele |
Wat hebben we nodig:
- 1 eetlepel olie
- 1 koffielepel komijnzaadjes
- 1 kleine ui, gepeld en fijngesnipperd
- 225 gr diepvrieserwtjes, bevroren
- 750 gr aardappelen, in de pel gekookt en afgekoeld
- snuif chilipoeder
- stukje gember, geraspt
- snuif zout
- 1 eetlepel garam masala
- verse koriander (of peterselie als je geen koriander lust), gesnipperd
- Spaans pepertje, ontpit en fijngesnipperd
- 200 gr bloem
- snuifje zout
- 1 1/2 eetlepel olie
- 100 gr water
- bloem + water
- Laat de olie warm worden in een pannetje en pof de komijnzaadjes tot ze lekker geuren.
- Fruit de uitjes mee met de komijn en voeg dan de diepvrieserwtjes toe.
- Laat de erwtjes ontdooien in de pan. Eens ze beginnen te rimpelen, mogen ze van het vuur en laat je ze afkoelen.
- Pel de aardappelen en snij ze in plakken.
Foto Cathy Van de Moortele - Snij de plakken in blokjes en doe ze in een kom met de chili, gember, het zout, garam masala, koriander en Spaans pepertje.
- Voeg de afgekoelde erwtjes toe en schep om.
- Stamp de aardappelen/erwtjes met een pureestamper. Het hoeft geen puree te worden, je wilt de aardappelen gewoon wat breken, zodat het deeg straks niet scheurt.
- Zet de vulling even in de koeling weg.
- Maak nu het korstdeeg.
- Doe de bloem in een kom en voeg het zout en de olie toe. Meng.
- Voeg het water in deeltjes toe. Misschien heb je niet al het water nodig of misschien moet je er nog wat extra toevoegen.
- Je wilt een soepel deeg dat niet aan de handen blijft kleven.
- Bol het deeg op en laat het 15 min rusten onder een handdoek.
- Verdeel het deeg in balletjes van 20 gr.
- Bebloem de deegballetjes en plat ze af.
- Rol de balletjes uit tot cirkels die bijna zo dun zijn, dat je er door kan zien. Ze mogen net niet scheuren.
- Verwarm een pannenkoekpan op het vuur op mediumwarmte.
- Bak de platbroodjes enkele seconden, gewoon om ze wat steviger te maken. Er hoeven geen donkere vlekken op te komen. Je wilt ze alleen een klein beetje harder, maar niet krokant.
- Snij de ronde broodjes doormidden, zodat je twee halve cirkels bekomt.
- Maak nu de "lijm" die je zal nodig hebben om de samosa's te sluiten: meng bloem met water tot je een soort dikke lijm krijgt. Niet te vloeibaar, maar ook niet zo dik dat je hem niet meer met je vinger kan uitsmeren.
Foto Cathy Van de Moortele - Leg een halve cirkel op je linkerhand, met de rechte kant aan de linkerkant. Kan je nog volgen?
- Smeer een beetje "lijm" van het midden van de rechte kant naar boven.
- Vouw de onderkant van de rechte kant naar rechts en vouw de bovenkant ook naar rechts, zodat je een kegeltje bekomt (zie filmpje).
- Duw de naad goed aan, zodat de "lijm" zijn werk kan doen.
- Vul het kegeltje nu iets meer dan halverwege met vulling.
- Breng aan de binnenkant van de kegel wat "lijm" aan, rondomrond, en duw de randjes dicht. Je samosa moet nu helemaal gesloten zijn.
- Leg de samosa op een bord en ga zo door tot alle samosa gevormd zijn. Ik had er 21.
- Verwarm de frituurpan op 180°C.
- Frituur de samosa goudbruin aan beide zijden en laat ze goed uitlekken op keukenpapier.
- Serveer met chutney.
TIP:
Eens je samosa gevormd zijn, kan je ze invriezen op een bakplaat met bakpapier. Eens bevroren, breng je ze over in een diepvrieszak of -doos. Laat de samosa ontdooien voor je ze frituurt, anders zal de buitenkant verbrand zijn eer de binnenkant warm is.
Heb je per ongeluk een rondje deeg gescheurd? Smeer er wat van de "lijm" op.
Restjes deeg kan je flinterdun uitrollen en frituren als chips.
 |
| Foto Cathy Van de Moortele |
Reacties