Pasticciotto

Foto Cathy Van de Moortele

Dit Italiaanse gebakje is niet zo moeilijk om zelf te maken. Probeer wel om zelf pasteibakkersroom te maken en niet te kiezen voor vanillepudding uit een pakje. Hoe beter de ingrediënten zijn, hoe beter het eindresultaat zal zijn. Er is wat werk aan, maar je kan de pasteibakkersroom gerust daags voordien al maken, zodat het wat sneller gaat.
Je zal genieten van de zachte korst en de heerlijke citroenromige vulling. Doen!

Wat hebben we nodig:

• vulling:
• 140 gr fijne griessuiker
• 50 gr vanillebloem
• 100 gr eierdooiers (6 stuks)
• 100 ml melk
• 400 ml melk
• zeste van 1/2 citroen
• merg van 1/2 vanillestok
• deeg:
• 200 gr boerenboter, op kamertemperatuur
• 200 gr fijne griessuiker
• 80 gr eierdooiers (4 - 5 stuks)
• 500 gr patisseriebloem
• 12 gr bakpoeder
• snuifje zout
• het merg van 1/2 vanillestok
• zeste van 1/4 citroen
• 1 losgeklopt ei
• bloemsuiker

Hoe gaan we te werk:

• We maken eerst de pasteibakkersroom: Mix de suiker met de vanillebloem.
• Voeg de eierdooiers toe en klop goed. Voeg 100 ml melk toe en mix nogmaals.
• Breng 400 ml melk aan de kook met de citroenzeste, het vanillemerg en het lege vanillestokje.
• Voeg het papje toe aan de kokende melk en laat nog even doorkoken. Verwijder het vanillestokje.
• Giet de pasteibakkersroom over in een platte schaal en dek af met plastic folie, rechtstreeks op de pudding. Laat helemaal afkoelen.
• Verwarm de oven voor op 220°C.
• Klop de boter romig met de suiker. Gebruik hiervoor de K-klopper van de Kenwood.
• Voeg de eierdooiers toe op lage snelheid en verhoog dan weer even de snelheid tot de dooiers mooi opgenomen zijn.
• Meng de bloem met het bakpoeder en het zout en voeg ze toe aan de natte ingrediënten.
• Voeg nu ook het vanillemerg en de citroenzeste toe en meng tot een homogeen en soepel deeg.
• Rol de helft van het deeg uit en duw er 8 ronde vormpjes uit.
• Schik de lapjes deeg in ronde bakvormpjes met een hoge, gekartelde rand.
• Spuit de pasteibakkersroom in de vormpjes.
• Rol de rest van het deeg uit en steek 8 rondjes uit. Leg op elk taartje een plakjes deeg.
• Duw overhangend deeg af met de palm van je hand, zodat het deegkorfje mooi dicht is.
• Doreer de gebakjes lichtjes met losgeklopt ei.
• Bak de taartjes 15 min of tot ze goudbruin gekleurd zijn.

TIP:

Laat de taartjes afkoelen in de vormpjes op een taartrooster. Ontvorm ze, bestuif ze met bloemsuiker en serveer.
Bewaar de taartjes afgedekt in de koelkast, maar laat ze wel op temperatuur komen voor je ze serveert.