Crackers uit Malta
![]() |
Foto Cathy Van de Moortele |
Deze crackers serveer je met olijventapenade, kappertjes, kaas, fijne vleeswaren,... Ze worden heel graag gegeten in Malta. Je vindt ze onder de naam galletti. Maar uiteraard kan je ze ook gewoon zelf maken: moeilijk is het niet! Geef het deeg de tijd om te rijzen, het is namelijk gistdeeg. En rol ze zo dun mogelijk uit.
Wat hebben we nodig:
- 200 gr patisseriebloem
- 150 gr semola de Cecco
- 150 - 175 ml water, lauwwarm
- 10 gr verse gist
- snuifje zout
- 25 gr boerenboter, op kamertemperatuur
Hoe gaan we te werk:
- Meng de bloem met de semola in een kom.
- Maak een putje in het midden en giet daar 150 ml van het water in.
- Verkruimel de verse gist in het water en los de gist op door met een vork de gist door het water te mengen.
- Laat het papje nu 10 min rusten.
- Strooi het zout op de buitenrand van de bloem en begin te kneden
- Voeg ook de boter toe.
- Voeg de rest van het water toe als het deeg te kruimelig is.
- Bol het deeg op en leg het in een lichtjes ingevette kom met deksel.
- Laat het deeg 1 Ã 2u rijzen of tot het verdubbeld is.
- Verwarm de oven voor op 230°C en zet enkele bakplaten met bakpapier klaar.
- Ontgas het deeg en verdeel het deeg in 2 of 3 porties. Hou de porties die je niet meteen gebruikt, afgedekt.
- Bestuif je werkblad met wat bloem.
- Rol een portie deeg zo dun mogelijk uit. Ik gebruikte hiervoor mijn pastamachine.
- Met een ronde uitsteker maak je kleine cirkels deeg.
- Leg de cirkels deeg op de bakplaat en prik ze op meerdere plaatsen in met een vork.
- Bak de crackers tot ze lichtgekleurd en mooi krokant zijn. Bij mij duurde dat 6 - 7 min.
- Laat de crackers afkoelen op een rooster.
TIP:
Breng resten deeg weer samen en laat het deeg even rusten voor je het opnieuw uitrolt.
![]() |
Foto Cathy Van de Moortele |
Reacties