Karnemelkbrood met honing

Karnemelk wordt hier eigenlijk nooit puur gedronken, maar wel verwerkt in Westvlaamse stovers of in brood en gebak. Pannenkoekjes en wafels worden er luchtiger door en karnemelkpap krijgt zijn typische smaak door deze "zurige" melk.
Dit brood is een mals brood met een kruim dat door kinderen ten zeerste geapprecieerd wordt. Naargelang de soort honing, krijg je telkens een ander brood.

Wat hebben we nodig:

• 21 gr verse gist 
• 1 koffielepel kristalsuiker
• 50 ml water, warm
• 450 ml karnemelk, warm
• 100 gr honing
• snuifje zout
• 3/4 koffielepel natriumbicarbonaat
• 40 gr boter, gesmolten en afgekoeld
• 840 gr broodbloem
• gesmolten boter

Hoe gaan we te werk:

• Meng de gist met de suiker en het water. Laat het papje even rusten.
• Meng de karnemelk met de honing, het zout en de natriumbicarbonaat en voeg dit mengsel toe aan het gistpapje.
• Voeg de helft van de bloem toe en meng tot een deeg.
• Voeg de boter toe en meng die volledig door het deeg.
• Voeg de rest van de bloem toe, in deeltjes. 
• Kneed het deeg tot het van de deeghaak loskomt.
• Leg het deeg in een licht ingevette kom, dek af en laat het rijzen gedurende 1 1/2u op een warme, tochtvrije plaats.
• Klop de lucht uit het deeg en maak er twee broden van.
• Leg de broden in ingevetten bakvormen en vet de bovenkanten in met gesmolten boter.
• Dek de broden af en laat ze nog 45 min rijzen.
• Verwarm de oven voor op 200°. 
• Bak de broden gedurende 30 min.
• Haal de broden uit de oven en bestrijk ze nogmaals met gesmolten boter.
• Laat de broden 10 min afkoelen in de broodvorm.
• Haal de broden uit de vorm en laat ze helemaal afkoelen op een taartrooster.

TIP:

Wil je dat de korst heel zacht is? Dek de broden dan af tijdens het afkoelen.