Gemberkoekjes

Gember wordt in onze Vlaamse keuken heel zelden gebruikt. In de Aziatische keuken kan je niet zonder. Gember is pittig, gember is hot. Je kan er zoveel kanten mee op in bouillon, wokgerechten, thee en zelfs desserts. Gember is een beetje als olijven: je lust het of je lust het niet.

Wat hebben we nodig:

• 250 gr patisseriebloem, gezeefd
• 5 gr gemalen gember
• 10 gr natriumbicarbonaat
• snuifje kaneel
• snuifje zout
• 155 gr koude boter
• 200 gr kristalsuiker
• 1 ei
• 60 ml kandijsiroop
• 65 gr kaneelsuiker

Hoe gaan we te werk:

• Verwarm de oven voor op 175°C.
• Zeef de bloem met de gember, natriumbicarbonaat, kaneel en zout.
• Zeef deze mix nogmaals.
• Klop de boter romig in de Kenwood.
• Voeg de suiker geleidelijk aan toe. 
• Klop het ei en de kandijsiroop door de boter.
• Doe 1/3 van het bloemmengsel bij de boter en meng goed.
• Doe de rest van de bloem erbij en meng tot een zacht deeg.
• Verdeel het deeg in 36 gelijke balletjes en rol ze door de kaneelsuiker.
• Leg de balletjes deeg op een niet-ingevet bakblik.
• Bak de gemberkoekjes gedurende 10 min of tot ze lichtjes gebarsten zijn.
• Laat de koekjes volledig afkoelen op een taartrooster en bewaar ze in een luchtdichte doos.

TIP:

Duw de balletjes wat platter als je een krokanter koekje wil.