Frangipane taartjes

Foto Cathy Van de Moortele

Ik zal niet zo snel frangipane taart kopen omdat die nogal eens droog kan zijn. Ik hou van taartjes die lekker "nes" zijn, zoals West-Vlamingen dat zo mooi uitdrukken. Geloof me: deze frangipane taartjes zijn echt "nes". Kies niet voor de rollen bladerdeeg uit de koeling, maar voor dikke vierkante blokken bladerdeeg uit de diepvriezer, die je zelf nog kan uitrollen en die zorgen voor een mooie bladering (hou er wel rekening mee dat het deeg nog moet ontdooien). Tijdens je bezoek aan de bakwinkel, breng je meteen ook amandelaroma mee. Amandelaroma is zoveel beter van smaak dan amandelessence, die je meestal in kleine glazen flesjes in de supermarkt vindt. Je hebt er niet zoveel van nodig, dus eens je het in huis hebt, kan je er lange tijd mee voort. Vergeet niet dat het eindresultaat zal smaken naar wat jij er in gedaan hebt.

Wat hebben we nodig:
  • 400 gr diepvriesbladerdeeg, ontdooid en koud gehouden
  • enkele lepels abrikozenconfituur
  • 150 gr boter, op kamertemperatuur
  • 150 gr kristalsuiker
  • 3 eieren, op kamertemperatuur
  • 150 gr amandelpoeder
  • enkele druppels amandelaroma (of een koffielepel Amaretto)
  • 30 gr patisseriebloem
  • 1 ei, losgeklopt
  • fondantsuiker (suikerglazuur)
  • 3 geconfijte bigarreaux kersen, gehalveerd
Hoe gaan we te werk:
  • Verwarm de oven voor op 200°C.
  • Rol het bladerdeeg zo dun mogelijk uit.
  • Vet 6 geribbelde taartvormpjes lichtjes in met gesmolten boter. Bestuif ze met bloem en klop overtollige bloem eruit.
  • Snij 6 cirkels uit het bladerdeeg, die groter zijn dan de vormpjes. Leg de rest van het bladerdeeg weer in de koelkast.
  • Drapeer het bladerdeeg over de 6 vormpjes en laat het voorzichtig zakken.
  • Prik de bodems van de taartjes in met een vork, zodat de bodem straks niet gaat rijzen tijdens het bakken.
  • Verdeel op elke taartbodem wat van de confituur. Zet de taartjes op een bakplaat in de koelkast.
  • Maak nu de vulling: Klop de boter romig met de suiker.
  • Voeg de eieren één voor één toe en meng telkens goed.
  • Het mengsel zal beginnen schiften. Dat los je weer op van zodra je het amandelpoeder toevoegt.
  • Verrijk de vulling met amandelaroma en spatel er dan de bloem door.
  • Met een grote roomijslepel verdeel je de vulling over de 6 vormpjes (ongeveer 100 gr per vormpje).
  • Snij van de restjes van het bladerdeeg smalle reepjes, die je netjes over de randjes van de taartjes schikt.
  • Gebruik een patisserieborsteltje om de reepjes deeg van een dun laagje ei te voorzien.
  • Bak de taartjes 20 min of tot ze mooi gekleurd en gaar zijn.
  • Laat de taartjes even afkoelen op een taartrooster.
  • Verwarm ondertussen wat abrikozenconfituur met een beetje water.
  • Strijk de taartjes in met de confituur.
  • Verwarm de fondantsuiker tot hij iets vloeibaarder is.
  • Strijk de taartjes in met een lepel fondantsuiker, leg er onmiddellijk een halve kers op en laat het glazuur uitharden.
  • Ontvorm de taartjes.
TIP:

Je kan er ook voor kiezen om één grote taart te maken. Bak die 35 min op 180°C.
Als je geen roomijslepel hebt, doe de vulling dan in een spuitzak met een glad spuitmondje en spuit het mengsel mooi in de vormpjes.
De fondantsuiker kan je kant en klaar kopen.
Met fondantsuiker bedoel ik niet de rolfondant die je in alle kleurtjes kan kopen om taarten mee te versieren, maar een dikke, witte massa die vloeibaar wordt als je hem even verwarmt tot lichaamstemperatuur. Je kent het ook onder de naam suikerglazuur of glazuur.

Zelf glazuur maken voor deze taartjes? Zeef 100 gr poedersuiker in een kom. Neem een eetlepel en vul die half met Amaretto (of citroensap) en half met water. Roer goed. Verwarm het mengsel tot het lauwwarm is.

Foto Cathy Van de Moortele


Reacties