Appeltaart voor de herfst

Foto Cathy Van de Moortele
Eens de bladeren aan de boom okergeel en oranjerood worden, is het tijd om extra appelen in huis te halen en de geur op te snuiven van de herst. Kaneel, kruidnagel, caramel, bruine suiker.. allemaal smaakmakers die je een warm gevoel geven. Appeltaart moet je warm eten, net uit de oven met een kop hete, kruidige thee.

Wat hebben we nodig:
  • 350 gr bloem
  • snuifje zout
  • 15 gr kristalsuiker
  • 230 gr boter, in blokjes gesneden en 15 min bevroren
  • 1 eetlepel appelazijn, koud
  • 50 ml ijswater
  • 1 ei
  • 1 eetlepel melk
  • 1.5 kg knapperige appelen (je wilt nog stukken appel zien in je taart)
  • 30 gr bloem
  • 70 gr kristalsuiker
  • snuif kaneel
  • snuifje nootmuskaat
  • 2 eetlepels citroensap
  • extra kristalsuiker
Hoe gaan we te werk:
  • Mix de bloem met het zout en de suiker.
  • Voeg de bevroren blokjes boter toe en pulseer het mengsel tot je kruimels krijgt.
  • Laat de keukenrobot draaien en voeg de azijn en het ijswater toe. Meng kort tot het deeg samenhangt.
  • Voeg extra water toe als het deeg nog te kruimelig is.
  • Meng niet langer dan nodig.
  • Vorm een bal van het deeg en verdeel dat in 2 gelijke delen.
  • Duw de deegballen plat en wikkel ze apart in plastic folie. Laat het deeg minstens 1u in de koelkast liggen.
  • Verwarm de oven voor op 220°C.
  • Zet een bakplaat op de onderste stand in de oven.
  • Bestuif je werkvlak met bloem.
  • Rol 1 deel deeg uit tot een grote cirkel. 
  • Leg het deeg in een ronde, lage bakvorm met geribbelde rand.
  • Knip overtollig deeg weg van de rand, maar zorg dat het deegrandje iets boven de vorm uitkomt. 
  • Zet de bakvorm in de koelkast.
  • Maak een even grote cirkel van de tweede bal deeg. Leg die op bakpapier in de koelkast.
  • Klop het ei met de melk los.
  • Schil de appels, verwijder het klokhuis en snij de appels in partjes.
  • Doe de appelpartjes in een grote kom en meng ze met de bloem, suiker, kaneel, nootmuskaat, snuifje zout en citroensap.
  • Haal de bakvorm met deeg uit de koelkast. Schik de appelpartjes zo dicht mogelijk tegen elkaar op het deeg.
  • Bestrijk de deegrand met het eiermelkmengsel.
  • Neem de tweede lap deeg en schik die over de appeltjes. Duw de twee plakken deeg goed tegen elkaar. 
  • Gebruik je vingers om een mooi geschulpte rand te maken.
  • Met een scherp mesje maak je een stervormige insnijding in de bovenste deeglaag.
  • Zet de taart nog 30 min in de koelkast om te vermijden dat het deeg krimpt.
  • Bestrijk de bovenkant van de taart met de rest van het eiermelkmengsel.
  • Strooi de suiker over het deeg.
  • Zet de taart op de hete bakplaat, tot de rand goudbruin wordt. Reken daar 20 - 25 min voor.
  • Verplaats de bakplaat naar het midden van de oven en verlaag de oventemperatuur naar 175°C.
  • Bak de taart tot de sappen beginnen te borrelen. Reken hiervoor nog 40 - 50 min.
  • Laat de taart 3 - 4u afkoelen, zodat de sappen wat kunnen opstijven en je de taart beter kan aansnijden.
TIP:

Serveer de appeltaart lauw met kaneelijs.
Ok, ik ben er ook niet in geslaagd om te wachten met het aansnijden van de taart tot ze helemaal afgekoeld was..

Reacties