Rogertjes appeltaart
 |
| Foto Lana Joos |
Wat hebben we nodig:
- 250 gr patisseriebloem
- 100 gr lichtbruine suiker
- 100 gr boerenboter, zacht gemaakt
- 1 ei + 1 dooier
- snuifje zout
- zeste van sinaasappel en citroen
- 2 eetlepels amandelpoeder
- 40 gr boerenboter
- 60 gr kristalsuiker
- 2 eierdooiers
- 10 gr maïzena
- 3 jonagold appels, geschild, van 't klokhuis ontdaan en in grove brunoise gesneden
- sap van 1/2 citroen
- 3 eetlepels abrikozenconfituur
- water
- poedersuiker
- We maken eerst het boterdeeg.
- Stort de bloem op je werkvlak en maak een opening in het midden.
- Doe de suiker met de boter in het kuiltje.
- Voeg het ei en de dooier toe en strooi het zout op de rand van de bloem.
- Verdeel de zeste over de rest van de ingrediënten en kneed alles kort door tot je een homogeen deeg bekomt.
- Pak het deeg in, in plastic folie, en laat het een uurtje rusten in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 180°C.
- Rol het deeg uit en bekleed een kleine ronde springvorm met het deeg. Snij overtollig deeg weg.
- Strooi het amandelpoeder op de bodem.
- Laat de boter smelten met de suiker.
- Klop de dooiers los en voeg ze met de maïzena toe aan het boter/suikermengsel. Laat dit mengsel even opkoken en indikken.
- Besprenkel de appeltjes met citroensap.
- Giet het beslag over de appelblokjes en meng goed.
- Verdeel de appeltjes over de vorm.
- Bak de appeltaart 25 - 30 min in de warme oven.
- Verwarm de abrikozenconfituur met wat water en zeef ze daarna.
- Gebruik een borsteltje om de appeltjes een afdeklaagje van abrikoos te geven.
- Werk de rand van de taart af met gezeefde bloemsuiker.
TIP:
Het amandelpoeder heb je nodig om de bodem krokant te houden. Anders maken de appeltjes de bodem wak en dat is niet de bedoeling.
Gebruik Jonagold appels omdat die lekker zoet zijn.
Reacties