Turkse soep met balletjes

Foto Cathy Van de Moortele

Het is weer voor soep! Zet een dampende kom boordevol smaak op tafel, geef er vers gebakken brood bij en geniet. Ik hou van soep met balletjes, veeeeeel balletjes. En dat is precies wat je hier krijgt.

Wat hebben we nodig:

• 80 gr ui, gepeld en gesnipperd
• platte peterselie, gesnipperd + extra voor de afwerking
• 500 gr rundergehakt
• 1 koffielepel olijfolie
• 100 gr fijne bulghur
• 15 gr paneermeel
• 1 ei
• peper van de molen
• zout
• Aleppo peper (pul biber)
• snuifje gedroogde munt
• klont boerenboter
• 2 eetlepels tomatenpuree
• 1 eetlepel paprikapuree
• 600 gr kookvaste aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
• 450 gr wortelen, geschraapt en in plakjes gesneden
• 1250 gr kippenbouillon, heet
• Turkse yoghurt

Hoe gaan we te werk:

• Cutter de ui fijn met de peterselie in de keukenrobot.
• Voeg het gehakt, de olie, bulghur, het paneermeel, ei en de kruiden toe.
• Mix alles tot een compact en glad mengsel.
• Vorm kleine balletjes van het gehakt (iets groter dan onze soepballetjes maar veel kleiner dan gehaktballen) en laat die even rusten op een bord. De balletjes zullen groter worden tijdens het garen.
• In een pot laat je een klont boter opwarmen.
• Roer de tomatenpuree en paprikapuree door de boter en bak die even mee, zodat het rauwe er vanaf gaat.
• Laat de puree maar een beetje kleur krijgen, das extra smaak. Pas wel op voor verbranden!
• Voeg de aardappelen en worteltjes toe en roer ze goed door de rest. Laat ze ook even mee bakken.
• Overgiet met de hete bouillon en voeg de balletjes toe.
• Kruid met peper en zout.
• Breng de soep aan de kook.
• Zet een deksel op pan en laat de soep 40 min pruttelen op een zacht vuur, of tot de wortelen zacht zijn.
• Schep de soep in diepe kommen en werk af met platte peterselie, een lepel Turkse yoghurt, gedroogde munt en Aleppo peper.

Foto Cathy Van de Moortele

TIP:

Als je gehakt niet heel mager is, hoef je geen olijfolie toe te voegen.
Geef partjes citroen bij de soep, om het geheel wat op te frissen.

Foto Cathy Van de Moortele

•