Soepvlees in zure eiersaus
Foto Cathy Van de Moortele |
Wat hebben we nodig:
- 3 l water
- 2 runderbouillonblokjes
- 400 gr soepvlees
- 2 wortels, in grote stukken gesneden
- 1 stengel bleekselder, in stukken gesneden
- 1 ui, ongepeld en in 2 gesneden
- 8 peperkorrels
- snuifje zout
- 2 blaadjes laurier
- 200 gr gehakt
- 1/4 ui, gepeld en fijngesnipperd
- verse peterselie, fijngesnipperd
- peper en zout
- verse nootmuskaat
- 250 gr Parijse champignons, schoongemaakt en in plakjes gesneden
- 50 gr vetstof
- 50 gr vloeiende bloem
- 500 ml runderbouillon (van het soepvlees)
- 200 ml room
- 1 eierdooier
- sap van 1/2 citroen
- Zet de snelkookpan op het vuur en giet er het water in.
- Breek de bouillonblokjes in het water en voeg het vlees, de wortels, selder, ui, peperkorrels, zout en laurier toe.
- Zet het deksel op de pan en laat de bouillon tot het kookpunt komen. Verminder het vuur naar halve kracht en laat het vlees garen. Check op gaarheid. Het vlees moet in draadjes uit elkaar vallen.
- Haal het vlees uit de bouillon. Zeef de bouillon en gooi de groenten en kruiden weg.
- Meng het gehakt met de uisnippertjes en peterselie. Kruid met peper en zout en nootmuskaat. Draai kleine balletjes van het gehakt en pocheer ze - samen met de plakjes champignon - in de hete bouillon.
- Haal de balletjes en de champignons uit de bouillon en doe ze bij het vlees.
- Maak de saus: Laat de vetstof smelten. Strooi de bloem over de vetstof en laat ze even uitbakken. Blus met bouillon. Voeg de bouillon in deeltjes toe en klop telkens goed met een garde, om klontertjes te voorkomen.
- Klop de room los met de eierdooier. Voeg deze liaison toe aan de hete saus en roer nogmaals goed. Laat de saus niet meer koken nu.
- Pimp de saus met het citroensap.
- Giet de saus over het vlees en meng goed.
- Werk af met verse peterselie en serveer met gekookte aardappeltjes.
Maak voldoende klaar, want er zullen geen restjes zijn.
Reacties