Gebakken knolselderblokjes

Foto Cathy Van de Moortele

Zo eenvoudig, zo aards, zo lekker. De knolselder ziet er misschien niet zo mooi uit als een paarse, glimmende aubergine of dieprode kersen, maar hij is wel superlekker. Ik heb deze knolselderblokjes geserveerd bij onze kerstmaaltijd maar ook bij een stoofpotje van varkenswangen.

Wat hebben we nodig:

• 1/2 knolselder
• olijfolie
• klontje boter
• peper van de molen
• zout
• nootmuskaat
• enkele takjes thijm, geritst
• 1 laurierblaadje
• 300 ml groentebouillon, heet

Hoe gaan we te werk:

• Schil de knolselder en snij hem in dikke plakken.
• Snij de plakken in gelijke repen en daarna in gelijke blokjes.
• Verhit een bodempje olijfolie in een zware pan, type Le Creuset en voeg een klontje boter toe.
• Leg de blokjes knolselder in de pan, in één laag, en kruid ze met peper, zout en vers gemalen nootmuskaat. Voeg de verse thijm en een laurierblaadje toe.
• Laat de knolselderblokjes mooi kleuren en draai ze dan om. Korst ook deze kant.
• Giet de bouillon bij de knolselderblokjes tot ze halverwege onder staan.
• Zet een deksel op de pan en laat ze zachtjes verder garen.
• Haal het deksel weg en laat resterend vocht wegkoken.
• De knolselder is klaar wanneer een aardappelmesje er vlot in gaat.

TIP:

Maak je groentebouillon zelf. Telkens je groenten schoonmaakt, hou je de resten groenten zoals uiteinden van wortelen, stelen van peterselie, resten van uien en prei, bij in een zakje in de diepvriezer. Doe deze groenteresten in een pot met water, voeg enkele peperbollen, laurierblaadjes, wat zout, enkele takjes thijm toe en breng aan de kook. Laat de bouillon trekken en giet hem dan door een fijne zeef.