Zuurdesemstarter

Foto Cathy Van de Moortele

Ik zeg het al veel te lang, dat ik eens zelf zuurdesembrood wil bakken. Dit is het echte oerbrood, het brood wat vroeger op alle tafels kwam en nu als hip wordt gezien. Ik vind het heerlijk en ik ben er eindelijk klaar voor om er zelf aan te beginnen. Om zuurdesembrood te kunnen bakken, moet je eerst een zuurdesemstarter maken. Die starter blijf je houden en voeden en bewaar je in de koelkast, zodat je altijd starter staan hebt om lekker brood te bakken. Het voeden van de starter doe je met water en bloem, op kamertemperatuur, waarna de starter weer in de koelkast rust.
Ben jij er klaar voor? Ik alvast wel. Na 5 dagen is je zuurdesemstarter klaar voor het echte werk.

Wat hebben we nodig:

• 200 gr roggemeel of volkoren meel
• 200 gr water 
• 10 gr vloeibare honing
• 1/2 appel, geschild en geraspt
• een grote plastic pot met deksel waar je enkele gaatjes in prikt
• een plastic lepel

Hoe gaan we te werk:

• Doe het meel met het water in de plastic pot en roer met de plastic (of houten, geen metaal gebruiken) lepel tot alles goed gemengd is.
• Voeg de honing en de geraspte appel toe en meng opnieuw goed door met de lepel.
• Dek de pot af met het deksel en laat de pot 's nachts op je werkblad staan.
• De volgende vijf dagen voeg je telkens 50 gr meel en 50 gr water toe.
• Je starter is klaar!
• Bewaar je starter in de koelkast.

TIP:

Wil je zuurdesembrood bakken? Haal de starter dan één of twee dagen op voorhand uit de koelkast en voed hem elke dag met 50 gr meel en 50 gr water.
Behandel je starter met respect, hij kan zeer oud worden en hoe ouder hij wordt, hoe beter hij wordt.
Voed je starter op tijd en stond (minstens 1x per week, op kamertemperatuur) en zet hem pas terug in de koelkast als je ziet dat de starter belletjes gevormd heeft, een teken dat je desem werkt.
Niet alle starters ruiken zuur, maar de reuk zal wel zuurder worden naargelang je hem voedt. Dat wil niet zeggen dat je brood persé zurig zal smaken.
Ik bewaar de starter in een plastic doos met een deksel, waar ik enkele gaatjes in geprikt heb.